Eén van de fundamenten van NLP zijn de NLP basisframes. De NLP basisframes bestaan uit 4 basisgedachten of houdingen (ways of thinking).
Oorzaak > Gevolg
De oorzaak > gevolg stelling kennen we uit het causale denken. Alles wat we kunnen waarnemen (gevolg) heeft een bepaalde oorzaak. Binnen NLP gebruiken we dit basisframe om verandering te kunnen bewerkstelligen. Denk hierbij aan het veranderen van gedrag of situaties en aan het behalen van doelen.
Als je ervan uitgaat dat de oorzaak (of oplossing) van wat je overkomt, hoe de wereld op jou reageert en hoe je je voelt, zich buiten jezelf bevindt, dan denk je vanuit de gevolgkant van dit basisframe. Je hebt zelf geen invloed op veranderingen.
Denkend vanuit de oorzaakkant, zoek je de oorzaak (of oplossing) van wat je overkomt, hoe de wereld op jou reageert en hoe je je voelt, bij jezelf. Je hebt zelf invloed op veranderingen.
Perceptie is Projectie
Het principe perceptie is projectie is bekend geworden door Carl Jung. Alles wat je waarneemt wordt onbewust gefilterd. De objectieve waarneming wordt gegeneraliseerd en vervormd en er wordt veel informatie weggelaten. Zo ontstaat je subjectieve interne representatie. Wat je denkt waar te nemen is dus slechts je subjectieve interne perceptie van de werkelijkheid. Het bijzondere is dat je vervolgens deze perceptie door middel van je gedrag en communicatie weer onbewust projecteert op de wereld. Je neemt de wereld niet waar zoals hij is maar zoals je die onbewust hebt geconstrueerd.
Lichaam en geest beïnvloeden elkaar wederzijds
Uit onderzoek blijkt dat lichaam en geest met elkaar verbonden zijn en elkaar continu beïnvloeden. Je interne representatie heeft direct invloed op je fysieke lichaam en vice versa. Met andere woorden, alles wat je denkt kan zich op een of andere manier in je lichaam representeren. Een voorbeeld van dit basisframe is het bekende placebo-effect.Het centrale zenuwstelsel kan geen ontkenning vasthouden/verwerken
Het woord niet bestaat alleen in taal (onze interne en externe dialoog) en niet in de beelden, geluiden, gevoelens, smaak, geur van onze interne representaties. Je kunt pas ergens niet aan denken als je er eerst wel aan gedacht hebt. Als je niet aan je beste vriend wilt denken, moet je eerst aan je beste vriend denken (je creëert een interne representatie bestaande uit beelden, geluiden, gevoelens, geur en smaak) om vervolgens te weten (interne dialoog) dat je niet aan hem wilt denken. Zo heeft ook de uitspraak: Dit moet ik niet vergeten een andere impact op ons dan de uitspraak: Dit moet ik onthouden. Het is vaak effectiever om positief geformuleerde boodschappen te gebruiken.